Dieselbrandstof kwaliteit
1.
Mazoutkwaliteit verandert:
In de meeste injectiesystemen op dieselmotoren, dient de gasolie niet
alleen als brandstof,
maar het verzorgt ook de noodzakelijke smering
voor de injectiepomp(en) en injecteurs.
Door de verfijning van deze
componenten en de hogere en preciezere drukken waarbij gewerkt wordt,
zijn deze componenten nog meer slijtagegevoelig.
Een slechte of onvoldoende smering van deze componenten
resulteert
quasi altijd in een vroege slijtage en een slecht
functioneren ervan.
Door
de strengere Europese emissienormen is de huidige mazout qua
smeereigenschappen erg veranderd.
Om de emissie van zwaveldioxide tegen
te gaan, is het zwavelgehalte beperkt.
Aangezien zwavel een zeer goed
smeermiddel is, leidde dit tot een mazout met
een laag smerend vermogen,
te laag om een voldoende
goeie smering te garanderen van die
injectiecomponenten.
Om
deze smeereigenschappen te verhogen en in voldoende mate te garanderen
worden in de diesel voor wegtransport (zogenaamde WITTE diesel) vanuit
de raffinaderijen altijd additieven toegevoegd (oa. HFRR-additieven).
Bij
de “rode mazout ” is dit niet zo. Hier dient men een onderscheid te
maken.
Door
het al of niet aanwezig zijn van deze additieven spreken we enerzijds
van
gewone rode stookolie (=chauffage-mazout) en anderzijds
van rode
diesel bruikbaar als brandstof voor motoren.
Dit
verschil in kwaliteit en eigenschappen van een
mazout kenmerkt zich in
volgende brandstofspecificaties:
Smerend vermogen:
is een gevolg van de vermindering van het zwavel-gehalte
in de
mazout
à
kans op een snellere slijtage en vastlopen van de pompen,
injecteurs,.De
brandstof in een dieselmotor mag maximaal
een
waarde 460
hebben (uitgedrukt in µm).
Cetaangetal:
bepaalt de ontbrandings-eigenschappen tijdens de compressie fase in
een dieselmotor.
Een te laag cetaangetal betekent een kloppende
verbranding,
een moeilijke ontsteking en zichtbare zwarte rook. H
et cetaangetal van de brandstof om gebruikt te worden in een
dieselmotor moet minimaal een waarde 51
hebben.
Massa-dichtheid: moet bij diesel
tussen 820 en 845 kg/m³ bij 15°C
liggen om enerzijds
een voldoende motor-vermogen te
garanderen (minimale waarde)
en mag anderzijds niet te hoog zijn om
rookvorming bij vollast te vermijden.
Viscositeit: bepaalt de inspuitdruk en het inspuitdebiet. Te visceus
betekent een groffer inspuitpatroon
en zwarte rook, te vloeibaar
geeft een verhoogd risico op slijtage.
Moet liggen tussen 2.0 en 4.5 mm²/s bij 40°C.
Watergehalte:
mag max. 200 mg/kg zijn
(al dan niet in oplossing).
Vormt korrosie en roest aan de
inspuitsystemen van de dieselmotoren.
2.
Normen:
Deze specificaties zijn vastgelegd in NORMEN waaraan de brandstof
MOET
voldoen om kunnen gebruikt te worden als brandstof voor een motor:
EN 590 standaard
ASTM D 975-96: 1-D en 2-D
NATO-Code F-54 en F-75 F-34 en F-35
Betrek
dus steeds een brandstof die voldoet
aan één van deze normeringen.
De
Europese norm EN 590 standaard is het best bekend en verkrijgbaar bij
elke gerenommeerde leverancier.
Vraag
bij twijfel bij de bestelling van uw mazout naar de specificaties
en karakteristieken.
Geloof dus nooit dat éénder welke mazout zomaar kan gebruikt worden voor uw machine.
3.
Winterbrandstof:
Bij lage omgevingstemperaturen kunnen er door parafine-afscheidingen in
de mazout verstoppingen
in
het brandstofsysteem en zo bedrijfstoringen optreden.
Daarom moet er
onder een buitentemperatuur van 0°C steeds met winterbrandstof gewerkt
worden
( wordt nomaal bij het begin van de winter automatisch door de
leveranciers aangeboden).
Wordt
toch nog zomerbrandstof gebruikt bij lage temperaturen, kan men door een
hoeveelheid petroleum of vloeiverbeteraars bij te mengen,
toch nog de
verwachte viscositeit bereiken. Gebruik nooit teveel van deze producten.
Vraag voor de maximale mengpercentages van deze middelen steeds uitleg
aan uw leverancier.
4.
Opslag en filtering van de brandstof:
Bij opslag van brandstof of bij het tanken moet worden voorkomen dat de
brandstof wordt
verontreinigd met vuil of water. Water in opslagtanks
moet regelmatig worden afgetapt.
Water
in de brandstof leidt zeer snel tot schade in de onderdelen van het
brandstofsysteem.
Bij een bestaand risico op water, wordt aangeraden om
zeker een water
afscheider (waterfilter) te monteren in het
brandstofsysteem.
Een regelmatig onderhoud van deze kan dan erger
voorkomen.
Gebruik om een efficiënte filtering te garanderen,
steeds originele filters.
Het lagedrukcircuit in uw brandstofsysteem
verzorgt daarenboven meestal de smering
van de componenten.
Piraatfilters kunnen dat negatief beïnvloeden,
wat kan leiden tot
onvoldoende smering en snelle slijtage.
Deze
info is niet merkgebonden en kan als leidraad gelden voor elke
dieselmotor.