Reisverslag van ....
Je hebt een VW T4 sycro , wat doe je
dan ???
Je zoekt het avontuur op, je gaat een stukje rijden.
Maar Kees , zijn vriendin en hun dochter zijn begonnen in Canada
en
het eindigt in Argentinië . Ze rijden daar met hun eigen T4 uit
Nederland
Ze zitten nu in Peru en wachten op onderdelen wat uit NL komt
Ze hebben ook een homepage , echt hele
mooie foto's . Moet je zeker ff checkke
www.campericana.com
klik
op de foto voor een vergroting
Peruaans avontuurtje…
We zijn via de kust (Trujillo)
via de Rio Santa naar 'boven' geklommen.
De weg hier was slecht en maar 1
baans breed maar het ging allemaal redelijk.
Asfalt kan natuurlijk ook
maar dan moet je meer op de Panamericana blijven.
Dit leek ons wat
avontuurlijker en de vergezichten maakten heel veel goed.
Daarna via een
heerlijk stuk asfalt naar Yungay waar in 1970 een aardbeving 20.000 mensen
bedolven heeft onder de modder. Erg indrukwekkend wel.
Toen door naar het
nat. park Huascaran (vernoemt naar de grootste berg;
ik geloof zo'n 6700
meter) en prachtig in een vallei gekampeerd tussen de besneeuwde toppen en
koeien en lama’s als direkte, ietwat geurende, buren.
Toen besloten om een ronde
te maken via de twee ‘berijdbare’ passen,
door de uitlopers van de
cordillera blanca zoals de Andes-bergen hier heten
en weer terug een paar
bergen verder. Volgens de lokale wegwerkers was de route prima in orde.
Uiteindelijk was wederom de natuurschoon fenomenaal maar uiteindelijk erg
angstig en overweldigend
omdat de wegen alsmaar slechter en slechter
werden. De derde dag konden we 's middags
geen vlak stuk terrein meer
vinden om te parkeren en op de 1 baans bergweg gaan staan
is ook niet
mogelijk omdat er zo nu en dan tegenliggers komen (billen dicht want het
is of de berg
in of een vrije val van een paar kilometer). Uiteindelijk
besloten om door te gaan
(omdraaien kan niet op de weg) en terwijl het
steeds donkerder werd de berg op.
De weg was echt verschrikkelijk
inmiddels omdat het al langer had geregend en
er alleen nog maar kiezels
lagen met stromend water: alsof je door een rivierbedding rijdt.
Voor de
VW-liefhebbers onder U: een syncro presteert hier niet minder dan de
‘bekenden’ Landcruiser of Landrover hebben we gezien.
Op een gegeven moment
werden de bochten zo steil en scherp (180 graden en meer:
serpentines heet
dat in het duits geloof ik) dat de binnenkant van de weg weggeslagen was
en we nog maar met een band via de buitenzijde konden
doorrijden. Dit lukte niet, de auto verloor grip aan de
linkerkant en we
gleden ondanks verwoedde rempogingen achteruit.
Niet ideaal dus en we
schrokken best wel. De dames de deur uit met paspoorten, geld en
drinken
en ondergetekende proberen de auto gecontroleerd terug te laten glijden
tot we
weer een beetje vaste ondergrond hadden. Uiteindelijk na een x
aantal pogingen krijg ik
(inmiddels trillend van de zenuwen) de auto weer
de berg op en vol gas al slingerend
door de bocht naar een redelijk vlak
stuk. Lang leve VW!
Het huilen stond ons nader
dan het lachen maar veel tijd hadden we niet meer want
de sneeuw werd
heftiger en het was al redelijk donker. De uitlaat was inmiddels ook al op
een
kei gebroken (tweede breuk in twee dagen) dus we hadden er flink de
smoor in.
Uiteindelijk zaten we gelukkig maar zo'n 300 meter onder de pas
die ons naar de overkant zou
brengen (punta Olympica 4850+ mtr.; even ter
vergelijking: de hoogste berg in Europa is de Mont Blanc met 4810 mtr. ).
Toen eerst nog glibberen door de sneeuw bergaf en snel afdalen geblazen
want aan deze
kant was er ook nog eens dichte mist. Het leek wel of echt
alles tegen zat en de dag werd omgedoopt tot 'Murphy-dag'.
We hadden
duidelijk onze eigen grenzen overschreden en zo voelde het ook.
Dit wilden
we niet nog een keer. Nou ja, niet op deze manier dan.
Uiteindelijk vonden
we 's avonds om 8u in het donker een halfdroog stuk vlak gras om te
overnachten.
Na een onrustige nacht en
een lekker ontbijt maakten we ons om 8u op voor de laatste etappe.
Inmiddels leek asfalt een fata morgana. Om een lang verhaal kort te maken:
toen we bijna weer in
het dal waren (onze enigen mede weggebruikers waren
horden dames die her en der hun vee aan
het uitlaten waren op zoek naar
gras; erg grappig om 100 meter achter een nukkig ezel aan te rijden
die
niet wil wijken) bleek dat de enige brug afgesloten was ivm reparaties.
Na een korte pauze in het dorp vertrokken we verder via een karrespoor dat
ons wederom de bergen in joeg.
Een dikke vloek dus maar
weer en via boomstammen bruggetjes door naar het volgende dal.
Hier
verloren we de schoonheid van de omgeving uit het oog want we wilden
alleen nog
maar naar asfalt en de bewoonde wereld. Een warme douche
zou ook niet gek zijn; het zou de 1e zijn in 13 dagen haha
. En toen was
daar een breed stuk pampa of noem het
modderpaden die voorheen zandweg waren.
Voor ons zat een bus vast.
Passagiers en locals hielpen mee met uitgraven.
Vanaf de andere kant kwam
een truck aanrijden.
Lostrekken met de truck ging niet en dus touwtrekken
met z'n allen.
Inmiddels waren we ook begonnen de modder te dempen met
plaggen en stenen om zo
een eigen doorgang te creëren. We hadden er
echter een hard hoofd in of onze bus dit wel ging redden.
Uiteindelijk vroegen we
maar aan de truckchauffeur of hij de doorgang niet wou proberen
(we hadden
inmiddels al twee dagen waterstromen omgelegd, modder doorgeploegd etc.)
maar dit was teveel voor ons en de auto dachten we. Deze kerels hebben
zo'n berg ervaring dat die meer
kans zouden hebben dachten we.
Uiteindelijk was het een prachtig besluit want de beste man gleed, reed,
en drifte werkelijk fantastisch door de blubber die soms tot boven de
zijkant van de wagen kwam (zo'n 30cm hoog).
Hij zette hem klaar en
ondergetekende ging door de knieen als dank en overhandige wat
‘drinkgeld’.
Kwestie van een ervaren chauffeur en een retemooie auto.
Het lag dus niet aan de auto;
ondergetekende heeft ondanks alles nog te
weinig ervaring.
Mocht je dit thuis willen proberen: 1e en 2e versnelling
gebruiken en soms in z'n 'vrij'
laten glijden om dan net op het moment dat
je vast denkt te lopen rustig in z'n 1 verder te gaan. Een prachtrit!
De passagierbus zat nog
steeds vast en ik dacht onze bus even aan de kant te moeten
zetten zodat
deze (mocht hij loskomen) in volle vaart verder kon.
Een kleine
verkenningstocht leverde weinig bezwaar op dus ik in de riemen.
Wel dapper
maar niet slim. Ik dacht stiekem een stukje pampa te nemen om de
volgende
modderweg te omzeilen maar dat liep dramatisch vast in een overwoekerde
greppel.
We hadden ons Blubberloo gevonden zogezegd. De auto zat tot aan
z'n buik vast en alle wielen
draaiden vrolijk rond in hun plas zonder
enige grip.
Dit was too much voor de synco (en voor de kleine dame die het
op een brullen zette)
maar onze schatting is dat alleen auto’s van het
kaliber Unimog/Bremach hier nog wat plezier zouden hebben.
Locals erbij gehaald (keken
ietwat meewarig naar dat blonde huilende kindje), uitscheppen en nogmaals
proberen voorwaarts,
dan weer achterwaarts en alles liep vast.
Uiteindelijk de auto achterwaarts eruit getrokken met
een lang touw en
geduwd met zo'n 20 Peruaanse vrijwilligers. Stuk voor stuk geweldige
mensen want
ze werden totaal onder de modder gegooit door de spinnende
banden.
Onze
1e chauffeur vroeg ik nogmaals de volgende modderkilometers te nemen,
dit
keer met ons erin.
Na een oponthoud van zo'n 3 uur waren we door alle
bende heen en konden we weer verder. Wat kan asfalt toch lekker zijn!
Groetjes Kees